Het zal inmiddels bijna niemand ontgaan zijn: op 25 mei a.s. treedt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in werking. Deze nieuwe Europese regelgeving regelt voor de hele EU wat er met persoonsgegevens kan en mag gebeuren.
Omdat de nieuwe regels onmiddellijk op iedereen van toepassing zijn en de regelgeving nieuw is lijken er veel onduidelijkheden te bestaan. Vooral bij fotografen leeft de angst dat zij straks geen mensen herkenbaar in beeld mogen brengen, tenzij die mensen daarvoor toestemming hebben gegeven. In veel gevallen een onhaalbare zaak. Maar is dat nu wel zo?
Het antwoord is eigenlijk simpel: nee, dat is niet zo. Als het wel zo zou zijn, dan zouden vanaf 25 mei 2018 in de gehele EU bijkans Noord-Koreaanse toestanden ontstaan en dat is natuurlijk beslist niet wat de Europese wetgever voor ogen heeft.
Was een portret tot nu toe nog een bijzonder persoonsgegevens omdat het iets zei over iemands ras, vanaf 25 mei is het een biometrisch persoonsgegeven. Daarmee wordt de gezichtsafbeelding gelijkgesteld met bijvoorbeeld een vingerafdruk of een irisscan. In de tekst van de AVG is ook duidelijk aangegeven dat foto’s niet automatisch moeten worden beschouwd als een bijzonder persoonsgegeven. Pas als deze wordt gemaakt of gebruikt om iemand te identificeren, kan het een persoonsgegeven worden. De persfotograaf, straatfotograaf of hobbyfotograaf die mensen op de gevoelige plaat legt, is niet bezig om iemand te identificeren. Dat dezelfde foto misschien wel gebruikt kan worden voor dat doel wil niet zeggen dat die fotograaf daar bij het maken van de foto al rekening hoeft te houden. Er is namelijk ook nog zoiets als vrijheid van meningsuiting en artistieke vrijheid.
En ook daar heeft de Europese regelgever in de AVG aandacht aan besteed. In de tekst van de AVG staat dat het recht op bescherming van persoonsgegevens niet absoluut is, maar altijd moet worden afgewogen tegen anders grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting en informatie en artistieke vrijheid. Tot slot heeft de Europese regelgever alle lidstaten opgedragen om in de nationale wetgeving regels op te nemen die de artistieke en journalistieke vrijheid beschermen.
Er verandert dus minder dan u denkt of vreest. Wat natuurlijk ook niet verandert, is het zgn. portretrecht. Dit is het recht van de geportretteerde om zich in bepaalde gevallen tegen het gebruik van zijn portret te verzetten, maar dat is geregeld in het auteursrecht. De invoering van de AVG verandert daar niets aan.
Met andere woorden: er is geen reden voor paniek. Natuurlijk zal nog wel het een en ander worden uitgekristalliseerd, maar we wonen niet vanaf 25 mei met z’n allen in Pjongjang. De EU hecht veel te veel waarde aan grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting en expressie om van iedereen die foto’s maakt (van proffoto’s tot selfies) nu te gaan verlangen dat ze steeds toestemming vragen. U kunt daarom gerust doorgaan met het herkenbaar fotograferen van mensen.
Bron: Job Hengeveld is advocaat te Amsterdam en juridisch adviseur van DuPho.